Kwant, Kwaas, Labbekak of Lolobal*?
Je kunt je elke week wel weer verbazen over zaken die gebeuren in Nederland en daarbuiten. Kijk eens een week lang televisie, volg een week lang de politiek debatten in de Tweede Kamer, lees de landelijke dagbladen en magazines, volg in die week de sociale media of lees een boek. Als je daar de tijd voor neemt heb je voldoende stof om over te schrijven in een column en misschien wel meerdere columns.
Maar eens bij de zaterdag beginnen. Zo volgde ik op televisie, NPO Haagse Politiek, het ledencongres 2024 van NSC, je weet wel de partij van Pieter Omtzigt, die net weer terug is van de zoveelste burn-out. De partij van Pieter heeft nu 20 zetels in de Tweede Kamer. Daar zijn er in de huidige peilingen (bron: Maurice de Hond oktober 2024) nog maar vier(!) van over. Dan kijk je toch anders aan tegen zo’n congres en alle moties die daar de revue passeren, punten van orde die worden afgehandeld, enzovoort. Pieter kwam deze week weer terug in politiek Den Haag, na een afwezigheid van twee maanden en deed de openingsspeech op het congres. Daarna was hij een paar uur weg, zeker om even een tukkie te doen. In de peilingen (bron: Gijs Rademaker) wordt de terugkeer van Omtzigt niet als positief ervaren. Onder andere hierdoor en wat er in het kabinet gebeurt, lijkt NSC straks een hele kleine partij te worden of helemaal te verdwijnen. Daarmee wordt de partij een rare kwant in de politiek, kijk maar eens wat er deze week gebeurde. Er stapte opnieuw een NSC-staatssecretaris op en vervolgens gaven twee NSC Kamerleden er de brui aan. Dat zijn volgens mij allemaal kwazen, die nu, naar een paar maanden te hebben gefunctioneerd, een beroep gaan doen op wachtgeld. Wie volgt?
In Nagano won op zaterdag, toen wij nog lekker lagen te slapen, de Japanse Miho Takagi bij de dames de 1000 meter bij de wereldbeker. Jutta Leerdam werd keurig tweede en geen eerste, zoals ze meestal doet. Dat had wel een oorzaak. Deze topsportster was tussendoor even afgereisd naar Dallas voor het ‘Gevecht van de Eeuw’ van haar vriend Jake Paul (27) tegen de bokslegende Mike Tyson (58). Een echte bokser tegen een relatief beginnend bokser, youtuber en acteur. Deze wandelde tattoo kreeg maar liefst 40 miljoen dollar voor de partij en Tyson slechts 18 miljoen. Dat hele gevecht was natuurlijk show. Jake betrad de arena met zijn zeer verleidelijk geklede vriendin Jutta. Ze is een echte lolobal, die de wereld rondreist om te shinen en om vervolgens weer hard te schaatsen. Misschien heeft ze in Jake een mooie sponsor gevonden, maar hoe lang gaat dat luxeleven en topsport nog samen?
Ik lees op dit moment het boek van Freek de Jonge, ‘De Zeeuwse Jaren’. Dit boek gaat over zijn leven van 1962-1969 in Zeeland. Dat begint in Vrouwenpolder en later in Goes. Het zijn de jaren zestig die Freek niet alleen vormen, maar ook de hele samenleving verandert. Freek brengt deze jaren, tussen de Cubacrisis (1962) en de maanlanding (1969), grotendeels door in Goes, waar zijn vader godsdienstleraar is geworden. Na een optreden op een schoolavond is zijn diepste verlangen komiek te worden à la Toon Hermans. Zo snel mogelijk weg uit Zeeland en studeren in Amsterdam is dus geboden. Bij het lustrumcabaret Cabariolet van het Amsterdams Studenten Corps ontmoet hij Bram Vermeulen. Een jaar later is Neerlands Hoop In Bange Dagen een feit en in juni 1969 gaat hun eerste programma in première. Een week na die succesvolle start volgt een geruchtmakend interview in de Volkskrant. De naam is gevestigd, het imago bepaald.
Freek is in die jaren in Zeeland wel een beetje een labbekak, want aan leren had hij een hekel, bleef regelmatig zitten, maar haalde uiteindelijk na negen jaar zijn diploma aan het middelbaar onderwijs. Freek had ook wel moeite met de vrouwtjes door een soort van verlegenheid. Dat kun je je haast niet meer voorstellen als je de nu 80-jarige Freek in de afgelopen jaren hebt gevolgd. Op het toneel is hij een en al brutaliteit, eerst met Bram en vanaf 1980 solo. Laatst was hij nog in Wissenkerke om zijn boek te promoten en dat was een zeer geëngageerd uurtje. Hij heeft mijn boek gesigneerd met: ‘Voor Cees met een C’. Freek kan natuurlijk heel goed vertellen en heeft de lachers op zijn hand. Ik heb zijn boek nog niet uit, maar dat gaat de komende weken zeker lukken.
Maak er een kwaasinnige (!) week van. *deze termen zijn verzonnen.