Zet 16 social-work-studenten bij elkaar in een lokaal, geef ze een toets te maken en het is negentig minuten ijzig stil. Je hoort het tikken van de pennen op de lestafeltjes, af en toe een kuch of de klik van een waterfles. Zwoegend zitten ze voorovergebogen over de opgaven en antwoordbladen. Ontwikkelingspsychologie is nu het vak. Moeilijk volgens een van de deelnemende studenten, want dit is het enige vak waarvoor ze in de boeken moeten duiken en leren. Het betreft een herkansingstoets en de casus gaat over de familie Verstappen, u weet wel die van het karten en de formule 1 en hun wereldkampioen Max. Qua casus mogelijk een blik van herkenning, neem ik aan, maar als het om de psychologie van de familie gaat, gaat het nog wel om het een of ander. Alle aandacht gaat natuurlijk uit naar Max, met vader Jos op de achtergrond. Maar, wat doet dat met de rest van de familie, moeder, dochter, kleinkinderen en oma? Er worden dilemma’s voorgelegd aan de studenten, zoals zullen de kleinkinderen ook als toekomstige racekinderen worden opgevoed? Wilde dochterlief ook in een raceauto stappen? Er zullen vast allemaal mooie theorieën zijn ontwikkeld, die in de praktijk worden uitgevoerd en in de toets op de familie worden losgelaten. Wat een geluk dat ik slechts surveillant ben bij deze toets en dilemma’s niet hoef op te lossen. De studenten wel, knap hoor! Mensen zeggen weleens dat je voor je broodnodige mentale rust de bossen in moet en vogeltjes kijken of langs het strand gaan wandelen en uitwaaien. Ik weet er nog een: surveilleren bij toetsen. Anderhalf uur doodse stilte als de hbo-studenten zitten te zwoegen om hun tentamen te maken. Eerder die week surveilleerde ik bij een toets van studenten van International Business. Een van de vele studies die helemaal in het Engels wordt gegeven en dus ook de ‘exams’. De helft van de aanwezige studenten heeft een echte Hollandse voor- en achternaam. Die Nederlandse studenten zitten dus in hun niet native taal een toets te maken. Is dat nu dubbel moeilijk, vraag ik me af? Gelukkig mogen ze er wel een ‘dictionary English/native language’ bij gebruiken. Wie mij kent weet dat ik dit soort zogenaamde internationale opleidingen onzin vind op een Nederlandse hogeschool. Gaat het daarbij nu echt om het internationale karakter of meer om de aantallen studenten? Hoeveel van die buitenlandse studenten blijven na hun studie in Nederland en vinden werk in internationale bedrijven? Ik vind het bijzonder! Wat ook bijzonder is te noemen is dat de hedendaagse student niet zonder een mobiel, watch, tablet of laptop kan. Tijdens een doorsnee opleiding zitten de studenten in het leslokaal grotendeels van hun tijd achter een laptop om aantekeningen te maken, te googelen of natuurlijk te gamen. Bij een toets echter moeten ze weer ‘ouderwets’ over op pen en papier. Flesje water erbij en met die ingrediënten moet het dan gebeuren. Het verschil bij studenten is soms wel groot. Er zijn toetsen van 1,5 uur waarbij enkele studenten na 30 minuten al klaar zijn en de uitwerkingen inleveren. Is dat nu een goed of slecht teken? Ik kan het niet zeggen, want dat is aan de nakijkende docenten. De toetsen zijn heel divers. Zo zat ik bij een toets Nederlands voor buitenlandse studenten. Geen gemakkelijke opgaven las ik, maar de ene student die deze herkansing maakte, was na 45 minuten al klaar. Toen ik vroeg of hij het moeilijk vond, kwam er zo’n twijfelend antwoord van het kan vriezen of dooien. Verder zat ik bij een toets Spaans, Formal Business Communication (Engels), maar ook Reis voorbereiden voor aankomende Maritieme Officieren. Bij die laatste zijn hulpmiddelen als grafische rekenmachine, parallelliniaal en kaartpasser onontbeerlijk. Het was weer een interessante periode als surveillant. Maak er een toeziende week van. |